De overgangsregeling voor het afkopen van studiejaren, met het oog op een hoger pensioen, neemt zijn einde op 30 november 2020. Na deze datum wordt het duurder om studiejaren af te kopen.
Waar komt het op neer?
Voor duidelijk omschreven studiejaren, waarvoor een diploma is behaald, hebt u de optie een fiscaal aftrekbare vergoeding te betalen. Per geregulariseerd studiejaar zal het pensioen toenemen.
Tot 30 november 2020 kunt u kiezen voor de nieuwe regeling:
U betaalt 1.529,96 euro per studiejaar, voor alle studiejaren vanaf het jaar waarin u 20 werd.
Per studiejaar krijgt een alleenstaande jaarlijks 271,98 euro bruto extra pensioen. Voor een genieter van een gezinspensioen levert elk studiejaar 339,99 euro bruto meer pensioen op.
Bent u langer dan 10 jaar afgestudeerd, dan zullen de jaren buiten de termijn van 10, na de overgangsregeling, tegen een hoger tarief afgekocht moeten worden.
Voor- en nadelen afwegen
Voor- en nadelen moeten steeds afgewogen worden, want dit systeem is niet standaard voor iedereen interessant.
De afkoopkost betaalt u onmiddellijk, terwijl de return ervan pas na uw pensionering te zien zal zijn. Het wettelijk pensioen staat op vandaag onder druk, waardoor de toekomstige impact van eventuele pensioenhervormingen niet te voorspellen valt, noch de leeftijd die u zal halen. Dit maakt het risico voor de jonge ondernemer het grootst. Aanvullend pensioenopbouw lijkt ons voor deze groep dan ook meer aan te raden.
Het bijkomend pensioenbedrag is ook een brutobedrag en dus niet wat de afkoop je werkelijk opbrengt.
Wij raden bij interesse steeds aan om een vrijblijvende aanvraag in te dienen via het sociaal verzekeringsfonds, waarbij u een overzicht ontvangt van de te betalen bijdrage en wat het aan u aan extra pensioen zal opbrengen.
Niet eerder in pensioen
Tot slot geven wij nog mee dat afgekochte studiejaren nooit meetellen als gewerkte loopbaanjaren. Ze kunnen met andere woorden niet ingeroepen worden om vervroegd in pensioen te gaan.