Elektrische wagens zijn hip, zoveel is duidelijk. Een elektrische bedrijfswagen als milieuvriendelijke optie wordt dan ook steeds meer gekozen door zowel werkgever als werknemer. Welke fiscale voordelen hangen hieraan vast? In welke kosten mag u tussenkomen als werkgever?
1. Autokosten voor de werkgever zijn 100% aftrekbaar
In tegenstelling tot voertuigen die op brandstof rijden, zijn de autokosten van een elektrische bedrijfswagen 100% aftrekbaar. Gezien deze voordeligere belastingregeling heeft dit uiteraard invloed op de totale kost van de elektrische wagen. Door de hogere belastingaftrek in combinatie met de lagere gebruikskost, kan het prijsverschil tussen de elektrische wagen en de wagen die op brandstof rijdt, bijna volledig worden weggewerkt.
2. Het voordeel alle aard
A. CO2- uitstootpercentage
Aangezien een elektrische wagen geen CO2 uitstoot, kan de gewone methode waarbij het VAA van een bedrijfswagen forfaitair geraamd word door rekening te houden met de cataloguswaarde (6/7) en de CO2 uitstoot, hier niet gebruikt worden.
In plaats van de werkelijke CO2 uitstoot van een wagen op brandstof wordt een minimumpercentage gehanteerd van 4,00% om zo het voordeel alle aard te berekenen van de elektrische bedrijfswagen. Zo komen we uit op onderstaande formule:
Cataloguswaarde X 4,00% X 6/7
Bv. Het VAA van een elektrische BMW i3 met een cataloguswaarde van € 37 200 bedraagt slechts € 1.275,43 per jaar (37 200 × 6/7 x 0,04).
B. Kosten inbegrepen in het voordeel alle aard
De kosten voor de installatie en het gebruik van de oplaadinfrastructuur ter beschikking gesteld door de werkgever, zijn inbegrepen in het voordeel alle aard. Concreet gaat het om het VAA van een elektrische bedrijfswagen voor privégebruik:
- De elektriciteit geleverd door de werkgever om de wagen op te laden;
- De terugbetaling door de werkgever van de verbruikskosten van elektriciteit om de wagen op te laden;
- De financiering van de oplaadinfrastructuur in de woning van de werknemer of bedrijfsleider.
3. Wat met het oplaadpunt?
A. Werkgever voorziet een oplaadpunt bij de werknemer thuis
Indien de werkgever naast een bedrijfswagen een oplaadpunt voorziet, is er geen bijkomend voordeel alle aard voor de terugbetaling van de elektriciteitskosten en voor de kosten van de laadpaal. Er is dan één voordeel van alle aard voor de wagen en de elektriciteit (zie hierboven puntje B - Kosten inbegrepen in het VAA).
B. Werknemer voorziet zelf een oplaadpunt bij hem thuis
Indien de werkgever geen oplaadpunt voorziet en de werknemer op eigen initiatief een oplaadpunt installeert, is er wel een bijkomend voordeel alle aard voor de terugbetaling van de elektriciteitskosten door de werkgever.
In dit geval moet het verbruik opgesplitst worden in drie categorieën:
- Privéverplaatsingen: de terugbetaling door werkgever is een volledig belastbaar VAA;
- Beroepsmatige verplaatsingen: de terugbetaling door werkgever is niet belastbaar (kosten eigen aan werkgever);
- Woon-werkverkeer: de terugbetaling door werkgever is belastbaar, waarvan 420 euro per jaar vrijgesteld is van belasting.
Als de werknemer de laadpaal tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024 installeert, geniet hij van een belastingvermindering van 45% op de prijs van een laadstation (met een maximum van 1.500 EUR). Na deze periode wordt de belastingvermindering gestaag afgebouwd (in 2024 zal dit maar een vermindering van 15% zijn).
C. Werkgever voorziet oplaadpunt voor publiek
Als u als werkgever investeert in een laadstation tussen 1 september 2021 en 31 december 2022, dat toegankelijk is voor het publiek, kan u genieten van een verhoogde kostenaftrek van 200%. Vanaf 2023 geniet u nog van een kostenaftrek van 150% tot 31 augustus 2024. Belangrijk om te weten is dat de kostenaftrek niet cumuleerbaar is met de investeringsaftrek.
4. Vanaf 2026 alleen maar elektrische bedrijfswagens?
Indien een bedrijfswagen met CO2 uitstoot wordt aangekocht vanaf 2026, is deze niet meer fiscaal aftrekbaar (0%). Er wordt echter wel een overgangsregeling voorzien voor wagens (met CO2 uitstoot) aangekocht in de jaren hiervoor.
De fiscale aftrekbaarheid van aangekochte wagens zonder CO2 uitstoot, zal ook stelselmatig minderen vanaf 2027. Meer info omtrent de fases van aftrekbaarheid hieronder.
De vier golven aftrekbaarheid auto’s:
1) Vanaf aanslagjaar 2021
- Aftrekbaarheid beperkt tot 40%, indien er geen gegevens zijn bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV).
2) Aankoop hybride auto vanaf 1 januari 2023
- Benzine- en dieselkosten: 50% aftrekbaar
- Elektriciteit: niet
3) Aankoop auto tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025
- Met CO2 uitstoot
- Maximumgrens aftrekbaarheid: 75%
- Minimumgrens aftrekbaarheid: 40%
- Opmerking:
- Geen minimumgrens voor auto’s met CO2 uitstoot vanaf 200g/km
- Geen gegevens bij DIV: beperkt tot 0%
- Zonder CO2 uitstoot
- Volledig aftrekbaar
4) Vanaf aanslagjaar 2027
- Met CO2 uitstoot
- Aftrekbaarheid: 0%
- Overgangsregeling voor bestaande auto’s:
- Aangekocht voor 01/07/2023: 50 tot 100% aftrekbaar, 40% aftrekbaar voor auto’s met uitstoot vanaf 200g/km
- Aangekocht vanaf 01/01/2023 tot 31/12/2025: 50% voor auto’s met uitstoot minder dan 200g/km
- Maximum 50% voor aanslagjaar 2027
- Maximum 25% voor aanslagjaar 2028
- 0% voor aanslagjaar 2029
- Zonder CO2 uitstoot
- Volledig aftrekbaar
5) Beperking aftrek van auto’s zonder CO2 uitstoot
- Aankoop voor 01/01/2027 : volledig aftrekbaar
- Aankoop in 2027: beperkt tot 95%
- Aankoop in 2028: beperkt tot 90%
- Aankoop in 2029: beperkt tot 82,5%
- Aankoop in 2030: beperkt tot 75%
- Aankoop vanaf 2030: beperkt tot 67,5%