Icon boekhouding 5

Eerste boekjaar met zomerakkoord

Over het zomerakkoord werd al heel wat geschreven, maar de gevolgen van de eerste fase van het akkoord (aanslagjaar 2019 en boekjaar ten vroegste 1 januari 2018) zullen snel merkbaar worden. Eind december sluiten namelijk heel wat vennootschappen hun boekjaar af en daarbij dient rekening te worden gehouden met een pak nieuwe regels.

We sommen hierna de belangrijkste maatregelen voor aanslagjaar 2019 nog eens voor u op:

Inhoud

Tarief van de vennootschapsbelasting

Voorwaarden verlaagd tarief

Notionele intrestaftrek naar de achtergrond

Investeringsaftrek: 20%

Investeringsreserve dooft uit

Kapitaalverminderingen

Vrijstelling meerwaarden op aandelen: extra voorwaarde

Voorzieningen

Vooruitbetaalde kosten

Vermeerdering voorafbetalingen

Wyninckxbijdrage: van 1,5% naar 3%

Harmonisering eenmanszaak met vennootschap

Aftrekbaarheid personenwagens in eenmanszaken

(Gedwongen) stopzettingsmeerwaarde eenmanszaak vanaf 60 jaar

Kostenforfait voor zelfstandigen

Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ)

Investeringsaftrek

Tarief van de vennootschapsbelasting

U heeft het ongetwijfeld al vernomen: het normaal tarief van de vennootschapsbelasting daalt vanaf aanslagjaar 2019 naar 29%(+ 2% crisisbelasting).

KMO-vennootschappen (artikel 15) kunnen genieten van een tarief van 20% (+ 2%) op de eerste schijf van 100.000,00 euro.

Voorwaarden verlaagd tarief

Voortaan moet u dus wel als kleine vennootschap gekwalificeerd zijn om het verlaagd tarief te kunnen genieten.

Bovendien bent u verplicht een minimumbezoldiging van 45.000,00 euro op jaarbasis uit te keren aan ten minste 1 bedrijfsleider-natuurlijk persoon, om het verlaagd tarief te kunnen genieten én ter vermijding van een (aftrekbare) taks van 5% op de bezoldiging die te weinig werd uitbetaald.

Hierop bestaan 3 uitzonderingen:

  • Startende vennootschap (eerste 4 boekjaren): geen minimumbezoldiging;
  • Belastbare vennootschapswinst is lager dan 45.000,00: bezoldiging is minstens het bedrag van de belastbare vennootschapswinst;
  • Voor verbonden vennootschappen bestaat een speciale regeling.

De voorwaarde dat uw vennootschap maximum 13% van het kapitaal kan uitkeren als dividend vervalt, zo ook de voorwaarde dat uw belastbare winst lager dan 322.500,00 euro dient te zijn.

Notionele intrestaftrek naar de achtergrond

Het belang van de notionele intrestaftrek neemt zeer sterk af door het verwaarloosbaar tarief (niet-kmo: 0,746% en kmo: 1,246%)en de nieuwe berekeningswijze.

Dit zal er voor bepaalde vennootschappen dan ook voor zorgen dat, ondanks de tariefverlaging, toch meer vennootschapsbelastingen betaald zullen moeten worden.

Investeringsaftrek: 20%

De overheid wil gedurende de kalenderjaren 2018 en 2019 een extra hoge investeringsaftrek van 20% toestaan aan kmo’s om investeringen aan te moedigen (waar dit voordien 8% was).

Gezien de belangrijkheid van deze maatregel, publiceren wij de uitgebreidere voorwaarden later nog eens op onze website.

Investeringsreserve dooft uit

Investeringsreserves kunnen niet meer aangelegd worden vanaf 1 januari 2018.

Kapitaalverminderingen

Tot 31 december 2017 kon u belastingvrij het gestort kapitaal terugbetalen aan de aandeelhouders. Aangezien u sinds 1 januari 2018 verplicht bent de kapitaalvermindering deels (pro rata) aan te rekenen op bepaalde reserves, lijdt dat fiscaal ook tot de uitkering van een dividend. Hierop moet de vennootschap roerende voorheffing inhouden.

Vrijstelling meerwaarden op aandelen: extra voorwaarde

Voortaan zullen meerwaarden op aandelen niet meer volledig vrijgesteld kunnen worden, tenzij ze worden aangeschaft voor een minimumwaarde van 2,5 miljoen euro of tenzij het gaat om een participatie van minstens 10%.

De reeds bestaande voorwaarden blijven van toepassing:

  • Taxatievoorwaarde: aandelen van een vennootschap, die niet gevestigd is in een land met een fiscaal gunstiger regime.
  • De aandelen moeten minstens één jaar in volle eigendom behouden zijn.

Grote ondernemingen zijn niet langer een minimale belasting van 0,412% verschuldigd op de gerealiseerde meerwaarden op aandelen, die meer dan een jaar werden aangehouden.

Voorzieningen

Voorzieningen kunnen niet langer aangelegd worden op basis van ‘eigen beslissingen’, maar moeten resulteren uit een op balansdatum definitief vaststaande verplichting (contractueel of reglementair). Bijvoorbeeld: Voorzieningen voor contractuele garantieverplichtingen

Andere voorzieningen kunnen niet langer vrijgesteld worden. Bijvoorbeeld: voorziening voor grote herstellings- en onderhoudswerken.

Vooruitbetaalde kosten

Vooruitbetaalde kosten, die slaan op een volgend boekjaar zijn pas in dat volgend boekjaar aftrekbaar en niet langer in het lopend boekjaar. Vóór 2018 kon een huur vooruitbetaald worden voor een aantal jaren, terwijl de volledig betaalde huur aftrekbaar was in het jaar van betaling. Vanaf 1 januari 2018 dient deze kost in de boekhouding gespreid te worden over meerdere jaren.

Vermeerdering voorafbetalingen

De belastingvermeerdering die u als vennootschap dient te betalen, wanneer u niet of te weinig hebt voorafbetaald, is verhoogd naar 6,75%. Met deze maatregel wil men duidelijk vennootschappen aanzetten om meer vooraf te betalen.

Kleine vennootschappen (art. 15 w. venn.) zijn gedurende de eerste 3 boekjaren vanaf de oprichting vrijgesteld van deze vermeerdering.

Wyninckxbijdrage: van 1,5% naar 3%

De Wyninckxbijdrage is een bijzondere socialezekerheidsbijdrage, die betaald moet worden op de som van de premies die in 2018 gestort werden voor het aanvullend pensioen van een werknemer of zelfstandige, wanneer deze het plafond van 34.472,00 euro overschrijden. Voor de premies van 2008 is de bijdrage verhoogd naar 3%.

Voor de premies, die u betaalt in 2019, zal een nieuwe berekeningsmethode van toepassing zijn. De bijdrage van 3% zal moeten betaald worden zodra de som van het wettelijk en het aanvullend pensioen het maximum wettelijk pensioen van de openbare sector overschrijdt (78.453,60 euro op jaarbasis).

Wyninckxbijdrage premies 2019 = 3% x (verworven pensioenreserve op 1 januari 2019 min verworven pensioenreserve op 1 januari 2018)

Harmonisering eenmanszaak met vennootschap

Ook voor de eenmanszaak is er een en andere gewijzigd voor boekjaar 2018. We zien een harmonisering op een aantal gebieden met de vennootschapsbelasting:

Aftrekbaarheid personenwagens in eenmanszaken

De aftrekbaarheid van kosten met betrekking tot personenwagens in eenmanszaken wordt gelijkgeschakeld met vennootschappen. Vanaf aanslagjaar 2019 zijn deze kosten in eenmanszaken eveneens aftrekbaar volgens een percentage die afhankelijk is van de co2-uitstoot van de wagen.

Voor wagens, aangekocht vóór 1 januari 2018, bedraagt het aftrekpercentage minstens 75%.

(Gedwongen) stopzettingsmeerwaarde eenmanszaak vanaf 60 jaar

De belasting op meerwaarden, behaald bij de stopzetting van uw eenmanszaak, wordt verlaagd naar 10% wanneer u 60 jaar bent of als het om een gedwongen stopzetting gaat. Voortaan wordt de stopzetting bij handicap ook als ‘gedwongen’ erkend.

Kostenforfait voor zelfstandigen

Vanaf 2018 kunnen zelfstandigen, naast hun werkelijke bewezen kosten, ook gebruik maken van een kostenforfait van 30% met een maximum van € 2.950,00.

Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ)

Voor zelfstandige bedrijfsleiders in een vennootschap kon al langer een extralegaal pensioen opgebouwd worden, maar nu is die mogelijkheid er ook voor zelfstandigen met een eenmanszaak: POZ.

Het levert een belastingvermindering in personenbelasting op van 30% en is cumuleerbaar met een contract Vrij Aanvullend Pensioen Zelfstandigen(VAPZ). Een VAPZ optimaliseer je best altijd eerst.

Investeringsaftrek

De investeringsaftrek wordt ook voor eenmanszaken tijdelijk verhoogd van 8% naar 20%.

Wenst u meer informatie?

Neem contact met ons via onderstaand formulier of boek een afspraak.
Boek meteen een afspraak!
Default contact

Benieuwd wat we voor jou kunnen betekenen?

Laat hier uw gegevens na.