Vanaf 1 januari 2017 betalen vennootschappen een extra belasting op bedrijfswagens met een tankkaart. Zelfs wanneer de vennootschap geen tankkaart geeft, maar een forfaitaire tankvergoeding of een onkostennota betaalt aan de werknemer/bedrijfsleider, zal er een extra belasting geheven worden.
Voor de werknemers en bedrijfsleiders verandert er niets. Het voordeel alle aard blijft hetzelfde, ongeacht of zij al dan niet een tankkaart ontvangen. Als de vennootschap echter brandstofkosten voor privé-verplaatsingen ten laste neemt, zal er voortaan 40% van het voordeel alle aard in de verworpen uitgaven moeten opgenomen worden in plaats van de vroegere 17%.
Zowel bij gehele als gedeeltelijke tenlasteneming van de brandstofkosten voor persoonlijk gebruik is deze stijging van toepassing. In theorie zou je toch de 17% kunnen blijven hanteren indien je een “split bill”-systeem invoert. Dit houdt in dat de werknemer zijn tankkaart enkel voor professionele verplaatsingen gebruikt of zijn werkgever terugbetaalt voor de privé verplaatsingen. In de praktijk zal dit echter moeilijk haalbaar zijn doordat de belastingcontroleurs streng dreigen op te treden. Van zodra er één privé-kilometer door de vennootschap in kost wordt genomen, stijgt de verworpen uitgave naar 40%.
Net zoals de 17% verworpen uitgave, vormt ook de 40% verworpen uitgave een minimale belastbare basis in de vennootschapsbelasting aangezien er geen compensatie met het verlies van het boekjaar zelf of andere fiscale aftrekken mogelijk is.
Tevens verandert de invloed van de eigen bijdrage op deze verworpen uitgave vanaf 1 januari 2017.
Voorheen werden de voordelen alle aard voor de wagen verminderd met de persoonlijke bijdrage van de werknemer of bedrijfsleider vooraleer de verworpen uitgave van 17% op dit voordeel alle aard werd toegepast. Hoe groter de eigen bijdrage was, hoe lager de verworpen uitgave. Wanneer de eigen bijdrage evenveel bedroeg als het voordeel, kwam de verworpen uitgave van 17% op nul.
Vanaf heden mag de eigen bijdrage niet meer in mindering gebracht worden van het voordeel alle aard bij de bepaling van de berekeningsbasis voor de verworpen uitgave van 17% of 40%. Deze aanpassing is dus zowel voor personenwagens met tankkaart als voor wagens zonder tankkaart.
In de personenbelasting mag het belastbare voordeel wel nog steeds verminderd worden met de persoonlijke bijdrage van de verkrijger van het voordeel. Dus ook bij deze wijziging verandert er niets voor de werknemers en bedrijfsleiders.