Vanaf 1 januari 2017 kunnen studenten 475 uren studentenarbeid presteren per kalenderjaar. Deze beslissing houdt niet enkel een wijziging in van dagen naar uren, maar betreft ook een stijging van de tijd die studenten mogen presteren.
Nieuw vanaf 2017
In het verleden kon een student 50 dagen arbeid leveren aan interessante voorwaarden, dit zowel voor de werkgever als voor de student. In bepaalde sectoren wordt echter vaak gewerkt met onvolledige dagprestaties terwijl de student meteen een volledige dagprestatie werd aangerekend. Vanaf 1 januari 2017 worden de werkelijk gepresteerde uren aangerekend. Door deze wijziging komt men tegemoet aan de vraag van deze sectoren en zal de student enkel de werkelijk gepresteerde uren aangerekend worden.
Een student die in 2016 5 uren gepresteerd had werd onmiddellijk een volledige dag aangerekend. In het nieuwe systeem zullen de werkelijke uren, zijnde 5 uren, aangerekend worden.
De wijziging houdt echter ook een stijging in van het aantal uren die kunnen genieten van de goedkope RSZ bijdrage. Waar vroeger 50 dagen (gemiddeld 8 uur arbeid per dag) 400 uren konden genieten van de goedkope RSZ bijdrage, wordt dit aantal opgetrokken naar 475 uren vanaf 2017.
Eens de student zijn uren overschrijdt zullen, net als in het oude systeem, de normale RSZ bijdragen verschuldigd zijn.
Het aantal uren dat de student heeft gewerkt is gemakkelijk op te volgen, via het portaal van student@work kunnen de student en de werkgever dit nazien.
Tijdige dimona-aangifte verplicht
Vanaf 1 januari 2017 moet de werkgever echter tijdig zijn dimona-aangifte registreren om van de voordelige RSZ bijdrage te kunnen genieten. Concreet dient uiterlijk op de eerste dag van de bijhorende tewerkstellingsperiode een dimona-aangifte geregistreerd te worden.