Jaarlijks betalen (internationale) vzw’s en (private) stichtingen een patrimoniumtaks, ook wel de taks tot vergoeding der successierechten genoemd. Dit is een belasting ter compensatie van de successierechten die in het geval van een rechtspersoon niet geheven kunnen worden. Met ingang op 1 januari 2024 werd deze patrimoniumtaks grondig hervormd. Het voormalig vast tarief werd vervangen door een progressief tarief, ook buitenlandse onroerende goederen worden opgenomen in de heffingsgrondslag en de vrijstellingsvoet werd aangepast.
Wijzigingen
De voormalige regels bepaalden dat vzw’s of stichtingen met bezittingen met een waarde van méér dan 25.000,00 EUR onderworpen waren aan een vast tarief van 0,17%.
De tarieven van de erfbelasting zijn de afgelopen jaren echter gestegen en worden progressief toegepast. Aangezien de patrimoniumtaks een compensatie is van de successierechten, wordt het vaste tarief van 0,17% met de hervorming van de patrimoniumtaks afgeschaft en vervangen door volgende progressieve tarieven:
- 0,15% op een schijf van 50.000,01 tot 250.000,00 EUR;
- 0,30% op een schijf van 250.000,01 tot 500.000,00 EUR;
- 0,45% op een vermogen van boven de 500.000,00 EUR.
Naast het tarief is ook de vrijstellingsdrempel gewijzigd. Vanaf nu wordt de eerste schijf van 50.000,00 EUR niet belast en dus vrijgesteld van de patrimoniumtaks.
In de oude regeling waren de onroerende goederen in het buitenland niet onderworpen aan de patrimoniumtaks. Met de hervorming is dit voortaan wél het geval maar wordt de taks verminderd met een eventuele gelijkaardige (patrimonium)belasting die in het buitenland betaald werd.
Inwerkingtreding
De wijzigingen zijn in werking getreden op 1 januari 2024. Gezien er voor de berekening van de taks rekening gehouden wordt met het vermogen van de vzw of stichting op 1 januari van het betreffende aanslagjaar, wil dat zeggen dat de aangiftes tegen 31 maart 2024 meteen volgens deze nieuwe hervorming ingediend moeten worden.
Vrijstelling voor bepaalde sectoren
Om te vermijden dat de toegang tot bepaalde sectoren duurder zou worden bv. de zorgsector, zorgde men voor deze sectoren voor een bijzondere maatregel om de invloed van de nieuwe tarieven te neutraliseren.Vzw’s die actief zijn in de zorg-, sport-, onderwijs- en cultuursector zijn voor 62,3% van hun vermogen vrijgesteld van de belasting. Ook voor vzw’s met erkenning als maatwerkbedrijf, medisch huis, dierenasiel en centrum voor private archieven geldt deze vrijstelling. Let wel, deze maatregel houdt rekening met de btw-positie onder bepaalde vrijstellingen van deze instellingen dus dat zal altijd per casus bekeken moeten worden.
Bij toepassing van deze neutraliserende maatregel heeft de hervorming van de patrimoniumtaks in realiteit geen impact en blijft de belastingdruk hetzelfde als voorheen.
Sancties
Wanneer de aangifte na 31 maart ingediend wordt, zal er een boete aangerekend worden van 2,50 EURO per maand. De boete zal niet hoger zijn dan 10% van de totaal te betalen taks. Bij laattijdige betaling zal er een intrest van 7% aangerekend worden. Bij het niet aangeven van bepaalde goederen of lagere waardering van bepaalde goederen zal de boete gelijk zijn aan de boetes voor ontdoken belasting.