Icon boekhouding 5

Kostendelende verenigingen en BTW

Op vraag van de Europese Commissie zijn er vanaf 1 juli 2016 grondige wijzigingen op het vlak van BTW voor vrijgestelde of niet btw-plichtigen die samen werken vanuit een vereniging met het delen van kosten als doel. De doorrekening van kosten aan leden en niet-leden vallen onder de BTW tenzij aan alle voorwaarden van de vrijstellingsregeling is voldaan.

Vrijstellingsregeling

Deze regeling geldt voor zelfstandige groeperingen onder de vorm van een vereniging met of zonder rechtspersoonlijkheid die onder een eigen benaming als afzonderlijke vereniging of groepering tegenover haar leden en tegenover derden optreedt. De groepering moet dus een aparte entiteit zijn met een eigen naam, eigen bankrekening, eigen boekhouding en de inkomende facturen moeten op naam van de groepering opgemaakt worden. Wanneer voldaan is aan onderstaande voorwaarden moet de vrijstellingsregeling worden toegepast, dit is geen optioneel stelsel.

Voorwaarden:

  1. De leden hebben overwegend vrijgestelde of niet btw-plichtige activiteiten (> 50%). Dit is een versoepeling t.o.v. de oude regeling waarbij de leden tot eenzelfde financiële, economische, professionele of sociale groep moest behoren en slechts belaste handelingen mochten stellen beperkt tot 10% van de jaaromzet. Deze voorwaarde moet gelden in hoofde van elk lid. De leden dienen jaarlijks een document op te maken waarin ze het totaalbedrag van de belastingplichtige handelingen en de totale jaaromzet vermelden.
  2. De diensten zijn “direct nodig” voor de vrijgestelde activiteit. Deze voorwaarde was ook geldig in de oude regeling maar werd nu aangevuld m.b.t. niet-leden. Voortaan mag de groepering ook diensten verrichten aan niet-leden, beperkt tot hoogstens 50% van de totale ontvangsten van de groepering. De diensten aan niet-leden vallen wel onder de BTW tenzij er wordt geopteerd voor een andere btw-vrijstelling (vb. vrijstellingsregeling kleine onderneming). Diensten die “direct nodig” zijn, zijn diensten die specifiek verbonden zijn met de vrijgestelde activiteiten van de leden en die onmisbaar zijn voor de uitoefening van de activiteiten. Wat verstaat men hier nu precies onder? De terbeschikkingstelling van medische apparatuur en personeel, de terbeschikkingstelling van medische producten, diagnostisch materiaal, software speciaal ontworpen voor de activiteit. Diensten die gedeeltelijk bestemd zijn voor de vrijgestelde activiteit en gedeeltelijk voor de belaste activiteit, worden volledig aan de btw onderworpen. Dit heeft dus tot gevolg dat de zelfstandige groepering een gemengde btw-plichtige kan zijn, door het verrichten van diensten voor derden en/of het verrichten van diensten voor leden die niet direct nodig zijn (vb. boekhouding) voor de vrijgestelde activiteit of het leveren van goederen (vb. bureaumateriaal).
  3. Loutere terugbetaling van de kosten. Net zoals in de oude regeling gaat het enkel om de terugbetaling van het aandeel in de gezamenlijke uitgaven. Om concurrentieverstoring te voorkomen mag er ook geen winst gemaakt worden ten aanzien van niet-leden. Deze voorwaarde belet niet om voorschotten te vragen gedurende het jaar en op het einde een afrekening te maken.
  4. Geen concurrentieverstoring. Dit was reeds voorzien in de oude regeling maar men legt er nu nog meer de nadruk op.

Onder “lid van de groepering” wordt verstaan dat het moet gaan om een duurzame samenwerking (minstens 2 jaar onafgebroken).

Minstens 1 keer per jaar moet de zelfstandige groepering een periodieke rapportering voorleggen zodat de leden inzage hebben in de kostprijscalculatie.

Levering van goederen

Wanneer de zelfstandige groepering ook “leveringen van goederen” verricht, wordt dit aangemerkt als een aparte sector. Leveringen mogen met winstoogmerk worden verricht en zijn rechtstreeks uitkeerbaar aan de leden.

De inbreng van infrastructuur in de groepering door een lid valt onder de btw-regels.

BTW-herziening

Valt de groepering niet onder de vrijstellingsregeling of is de groepering gemengde btw-plichtige, dan zal de groepering moeten doorrekenen aan de leden met BTW en kan de groepering een herziening doen van haar recht op aftrek van historische BTW. Dit kan voor:

  • goederen en diensten die nog niet werden gebruikt of verbruikt op 01/07/2016
  • bedrijfsmiddelen die op 01/07/2016 nog bestaan en waarvan de 5-jarige of 15-jarige herzieningstermijn nog niet verstreken is.

Personeel

De groeperingen zonder rechtspersoonlijkheid mogen volgens het sociaal recht geen personeel aanwerven. Het personeel moet dan aangeworven worden door een lid maar voor rekening van alle leden. Deze gemeenschappelijke inzet van personeel moet dan duidelijk blijken uit de samenwerkingsovereenkomst van de leden. De terbeschikkingstelling van personeel door een lid aan een zelfstandige groepering is in principe onderworpen aan btw. Maar de administratie aanvaardt dat de terbeschikkingstelling niet aan de btw moet onderworpen worden in de mate dat het personeel wordt ingezet voor de vrijgestelde activiteiten van de groepering.

Meldingsplicht

Zelfstandige groeperingen die vrijgesteld zijn van BTW moeten bij aanvang van de activiteit aangifte doen bij het bevoegde controlekantoor binnen de maand die volgt op de aanvang van de activiteit. Binnen diezelfde termijn dient de groepering ook een lijst voor te leggen van haar leden alsook de aard van hun activiteit. Bij elke wijziging in de activiteit of de leden dient de groepering het controlekantoor in te lichten binnen de maand die volgt op de wijziging.

Voor zelfstandige groeperingen die reeds actief waren voor 1 juli 2016 wordt er een overgangsregeling voorzien die verstrijkt op 31 maart 2017.

Deze meldingsplicht voor vrijgestelde groeperingen is een nieuwe formaliteit die werd ingevoerd opdat de administratie alle bestaande zelfstandige groeperingen in kaart kan brengen en kan nagaan of alle vrijstellingsvoorwaarden zijn vervuld.

Bij een laattijdige melding of aangifte kan een fiscale boete worden opgelegd.

Samenwerkingscontracten

  • Verticale samenwerking = onderaanneming

Samenwerking waar de inkomsten gepoold worden via een aparte rechtpersoon of vereniging (vb. maatschap) zijn een inbreng van nijverheid en vallen niet onder de regels van de kostendelende vereniging (zonder btw). Zelfstandigen die hun vrijgestelde prestaties verrichten in onderaanneming , factureren zonder BTW.

  • Horizontale samenwerking = gelijkwaardige samenwerking

Samenwerking in een groepspraktijk waar de kosten verdeeld worden onder de leden en elk lid zelf de erelonen int, is een kostendelende vereniging en valt onder de btw.

-> De omschrijving in de samenwerkingsovereenkomst is van groot belang. De ter beschikkingstelling van infrastructuur, cliënteel, … valt onder de btw terwijl het verrichten van vrijgestelde prestaties buiten de btw valt.

Andere oplossingen

  • Kleine onderneming: Wanneer de kostendelende vereniging niet voldoet aan de voorwaarden voor de vrijstellingsregeling of een gemengde belastingplichtige is, kan er geopteerd worden voor de vrijstellingsregeling kleine ondernemingen indien de omzet van de belastbare handeling de drempel van 25.000 EUR niet overschrijdt. Hierdoor zal er geen btw verschuldigd zijn over de belastbare handelingen.
  • BTW-eenheid: Er moet ook een economische (zelfde activiteit) en organisatorische (gemeenschappelijke leiding) verbondenheid zijn maar dit is meestal wel het geval bij kostendelende verenigingen. Door het oprichten van een BTW-eenheid zijn alle doorrekeningen tussen de leden vrijgesteld van BTW maar om een BTW-eenheid te kunnen oprichten moet er een financiële verbondenheid zijn, wat wil zeggen dat men bestuurder/zaakvoerder moet zijn in elkaars vennootschappen.
  • Onroerende verhuur: Hiervoor moet een contract opgemaakt worden waarbij er een exclusief genotsrecht is voor de huurders wat wil zeggen dat de huurders het gebouw voor eender wat mogen gebruiken. Indien het exclusieve genotsrecht ontbreekt in het contract valt dit terug onder de BTW.

De wijziging zorgt voor een versoepeling waardoor er nu meer groeperingen voor de vrijstelling in aanmerking komen. Toch heeft deze wijziging ook moeilijkheden aan het licht gebracht op het vlak van de btw-behandeling van sommige samenwerkingsvormen die geen zelfstandige groeperingen van personen met vrijgestelde activiteiten zijn (noch op basis van de oude wetgeving). Deze problemen doen zich vooral voor in de (para)medische sector.

Vele groeperingen zullen te maken krijgen met de btw-belastingplicht voor diensten aan niet-leden en de niet-direct nodige diensten aan leden waardoor zij een gemengde btw-plichtige worden. Administratief zal dit wat meer werk vragen om de diensten correct toe te wijzen en al dan niet met btw door te rekenen.

Heeft u hier nog vragen over of wenst u dit nader te bekijken voor uw dossier, dan kan u ons steeds contacteren.

Wenst u meer informatie?

Neem contact met ons via onderstaand formulier of boek een afspraak.
Boek meteen een afspraak!
Default contact

Benieuwd wat we voor jou kunnen betekenen?

Laat hier uw gegevens na.