Er was al maanden heel wat rond te doen maar de federale regering heeft eind juni 2025 een politiek akkoord bereikt over de invoering van een meerwaardebelasting op financiële activa. De maatregel moet volgens de plannen van kracht worden vanaf 1 januari 2026. Hoewel de wet op dit moment nog niet finaal is goedgekeurd, is het duidelijk dat deze ingreep voor heel wat Belgische beleggers en ondernemers gevolgen zal hebben. We geven hieronder een overzicht van wat we voorlopig weten:

* Deze tekst is opgesteld onder voorbehoud van mogelijke aanpassingen in de definitieve wetteksten, die momenteel nog niet beschikbaar zijn.

Wat houdt deze meerwaardebelasting in?

Het uitgangspunt is eenvoudig: wie winst maakt bij de verkoop van bepaalde financiële beleggingen, zal in principe 10% belasting betalen op de gerealiseerde meerwaarde. Denk daarbij aan aandelen, obligaties, trackers, beleggingsfondsen en crypto-activa. Klassiek pensioensparen en groepsverzekeringen blijven buiten schot.

De belasting zou van toepassing zijn op natuurlijke personen met fiscale woonplaats in België. Ook rechtspersonen zoals vzw’s vallen onder de regeling. Voor vennootschappen die aan de vennootschapsbelasting onderworpen zijn, verandert er voorlopig niets.

Jaarlijkse vrijstelling tot 10.000 euro

Om kleinere beleggers te ontzien, voorziet de regering in een vrijstelling van 10.000 euro per jaar aan meerwaarden. Deze grens wordt jaarlijks geïndexeerd. Indien deze vrijstelling niet benut wordt, mag men jaarlijks 1.000 euro overdragen naar een volgend jaar, tot een maximum van 15.000 euro vrijstelling (na 5 jaar). Op die manier hoopt men occasionele beleggers – bijvoorbeeld mensen die geleidelijk hun spaarbuffer investeren – niet meteen fiscaal te bestraffen.

De voorheen aangekondigde vrijstelling voor degenen die hun aandelen langer dan 10 jaar in bezit hebben, is niet weerhouden en zal dus niet gelden.

Specifieke vrijstelling voor “aanmerkelijk belang”

Bezit je een aanmerkelijk belang van minstens 20% in een onderneming, dan geldt een aparte regeling. Let op, elke verkopende aandeelhouder moet individueel aan 20% raken, er kan niet gebundeld worden tussen familieleden. Indien aan deze voorwaarde is voldaan, zullen meerwaarden tot 1 miljoen euro vrijgesteld worden, maar alles wat daarboven valt, wordt progressief belast aan tarieven tussen 1,25% en 10%. Deze vrijstelling geldt echter per periode van vijf jaar en kan dus niet jaarlijks gebruikt worden.

Wat met bestaande beleggingen?

Om te bepalen welke winsten belastbaar zijn, wordt gekeken naar de waarde van de portefeuille op 31 december 2025. Dat is een belangrijke datum: vanaf dan zal enkel de meerwaarde ten opzichte van de waarde op dat moment belast worden. Wie bijvoorbeeld aandelen aankocht in 2017 en die pas verkoopt in 2027, betaalt enkel belasting op het verschil tussen de koers van eind 2025 en de verkoopwaarde. Historische meerwaarden die vóór die datum werden opgebouwd, blijven dus onbelast.

De manier waarop de waarde per 31 december 2025 vastgesteld mag worden, werd reeds volgens bepaalde methodes vastgelegd. Voorlopig is het echter nog niet duidelijk of deze behouden zullen blijven in de finale wetteksten.

Tijdens een overgangsperiode tot eind 2030 wordt het ook mogelijk om, indien voordeliger, de oorspronkelijke aankoopprijs te gebruiken als basis (omdat deze eventueel hoger was en het verschil lager zou zijn). Die keuze is individueel en vereist documentatie.

Conclusie

Hoewel de wetteksten nog niet zijn goedgekeurd, is het belangrijk om nu al stil te staan bij de impact op je financiële situatie en je langetermijnplannen.

Accofisc volgt deze hervorming van nabij op. Zodra de wet definitief gepubliceerd wordt, bezorgen we je een update met alle praktische en finale aandachtspunten. Intussen staan we klaar om jou en je onderneming te begeleiden bij alle strategische keuzes.