Een onderneming die een investering uitvoert, kan onder bepaalde voorwaarden, een belastingvoordeel krijgen op de aanschaffingswaarde van de investering. Ofwel in één keer ofwel jaarlijks gedurende de afschrijvingstermijn van de investering.
In een vorig artikel betreffende het zomerakkoord, verwezen wij reeds naar het toegenomen belang van de investeringsaftrek. De eenmalige investeringsaftrek is namelijk tijdelijk verhoogd naar 20% op de investeringen gedaan tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019 in nieuwe bedrijfsmiddelen.
We gaan nog eens dieper in op de voorwaarden van deze aftrek en geven u daarna nog eens de percentages mee van alle mogelijke investeringsaftrekken.
Voor wie
De eenmalige investeringsaftrek van 20% is mogelijk voor eenmanszaken en kleine vennootschappen (artikel 15 W. Vennootschappen). VZW’s en grote ondernemingen zijn bijgevolg uitgesloten.
Kleine vennootschappen zijn alle vennootschappen die voor het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:
- Jaargemiddeld personeelsbestand: 50 werknemers
- Jaaromzet exclusief btw: € 9.000.000,00
- Balanstotaal: € 4.500.000,00
Wanneer meer dan één van de criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet.
Welke investeringen
Het moet om immateriële of materiële vaste activa gaan, die in nieuwe staat verkregen of tot stand gebracht zijn en die uitsluitend voor de beroepswerkzaamheid worden gebruikt in België.
Uitgesloten activa
Bepaalde activa zijn specifiek uitgesloten van de investeringsaftrek:
- Personenwagens en auto’s voor dubbel gebruik;
- Activa die niet nieuw zijn;
- Activa die niet uitsluitend in België voor beroepswerkzaamheid worden gebruikt;
- Activa die uitgesloten zijn van de notionele intrestaftrek;
- Activa die gedeeltelijk privé worden gebruik (vb. gsm);
- Activa die over minder dan 3 jaar afgeschreven worden;
- Goederen verkregen met het oog op wederverkoop, die geen vaste activa maar wel voorraden zijn (vb. gebouwen aangeschaft in het vooruitzicht van wederverkoop);
- Activa waarvan het recht van gebruik op een andere wijze dan leasing, erfpacht,… aan een derde wordt afgestaan. Uitzondering: De gebruiker is een natuurlijk persoon of een vennootschap die het gehuurde goed gebruikt voor de uitoefening van de beroepsactiviteit;
- Activa waarvan het recht van gebruik wordt overgedragen via een leasingovereenkomst of overeenkomst van erfpacht of opstal, of enig gelijkaardig recht op vaste activa, ingeval die vaste activa afschrijfbaar zijn door de onderneming die de rechten heeft verkregen;
- Bijkomende kosten die niet tegen hetzelfde ritme als de investering worden afgeschreven.
Beperkingen
Cumulatie met de notionele intrestaftrek is niet mogelijk. U dient dus een keuze te maken tussen beiden. Belangrijk daarbij om weten is dat de éénmalige investeringsaftrek één jaar overdraagbaar is.
Tarieven investeringsaftrek 2018
(*) minder dan 20 werknemers op 1e dag van het belastbaar tijdperk