Icon doel 2

Verlenging van de fiscale proceduretermijnen in de BTW en directe belastingen

Sinds de start van 2023 zijn de fiscale onderzoeks-, aanslag- en bezwaartermijnen alsook de bewaartermijnen van boeken en bescheiden gewijzigd. Er wordt ook een onderscheid gemaakt tussen de termijnen voor BTW en directe belastingen. Alle aanslagjaren voorafgaand aan 2023 vallen echter nog onder toepassing van de oude termijnen. Wat zijn de wijzigingen en gevolgen hiervan? We geven een overzicht.

Verlenging van de onderzoeks- en bewaartermijnen in de btw

Oude regeling

In deze regeling verjaart een vordering van de btw administratie na het verstrijken van het 3e kalenderjaar volgend op het jaar waarin de oorzaak van opeisbaarheid zich heeft voorgedaan.

Voorbeeld: Je verkoopt een bureelkast die geleverd wordt op 24/01/2019. Op dat moment werd de btw opeisbaar. De vordering die slaat op deze btw, is verjaard ná 31/12/2022.

In het geval van fraude wordt deze verjaringstermijn verlengd tot 31/12 van het 7e jaar na het jaar waarin de btw opeisbaar wordt. In ons voorbeeld hierboven is dat dus ná 31/12/2026.

Nieuwe regeling

De nieuwe termijnen zullen pas van toepassing zijn op BTW die opeisbaar is sinds 01/01/2023.

Standaard staat de verjaringstermijn nog steeds op 3 jaar. Is de periodieke btw-aangifte echter te laat of niet ingediend? Dan wordt de verjaringstermijn verlengd naar 4 jaar voor de specifieke periode waarin niet of te laat werd ingediend.

Voorbeeld: Je bent een maandaangever. De btw-aangifte over de handelingen van februari 2023 wordt te laat ingediend. Voor de periode van februari 2023 wordt de verjaringstermijn dan 4 jaar. Januari 2023 werd wel op tijd ingediend, voor deze periode blijft de termijn 3 jaar.

In de praktijk liet de BTW administratie toe dat we BTW aangiften konden indienen tot de 10e dag van de maand volgend op de normale indieningsperiode mits de betaling tijdig werd voldaan.

Voorbeeld: de aangifte over september 2022 kon ingediend worden tot 10/11/2022 indien de betaling werd voldaan op 20/10/2022. Volgens de wet zijn dit echter laattijdige aangiften en zullen deze onder de verlengde verjaringstermijn vallen.

Volgende zaken worden niet geviseerd door de verlengde termijnen indien ze niet of laattijdig worden ingediend:

  • De bijzondere btw-aangiften
  • Intracommunautaire listing
  • Jaarlijkse klantenlijst

In geval van fraude wordt de verjaringstermijn opgetrokken naar 10 jaar i.p.v. 7 jaar.

In elk geval moet de btw-administratie altijd voorafgaandelijk aan de betrokkene schriftelijk en nauwkeurig kennis geven van de vermoedens van belastingontduiking in die bepaalde periode als men wil gebruiken maken van de fraudetermijn van 10 jaar.

De bewaringstermijn voor facturen, boeken en andere stukken wordt ook opgetrokken van 7 jaar naar 10 jaar gezien de verjaringstermijn ook verlengd werd.

Verlenging van de onderzoeks- aanslag-, bezwaar- en bewaartermijnen in de directe belastingen

Nieuwe regeling vanaf AJ 2023

De gewone onderzoeks- en aanslagtermijn blijft (zoals voorheen) standaard 3 jaar. Indien de aangifte echter laattijdig of helemaal niet ingediend is, wordt de termijn verlengd naar 4 jaar.

In een aantal specifieke gevallen met internationale aspecten kan de aanslagtermijn zelfs verlengd worden naar 6 jaar.

Bij het vermoeden van fiscale fraude, bij het gebruik van juridische constructies of andere “complexe” aangiftes wordt de aanslagtermijn verlengd tot 10 jaar.

Deze bijzondere termijnen van 6 of 10 jaar worden gehanteerd om de fiscus in staat te stellen genoeg tijd te hebben om alles te onderzoeken en om voldoende info te kunnen uitwisselen met andere landen. De verlengde termijnen mogen in géén geval gebruikt worden voor de eenvoudigere aspecten van de aangifte, bv. verworpen uitgaven met betrekking tot personenwagens, restaurantkosten en relatiegeschenken.

Ook de onderzoekstermijnen werden mee verlengd om in lijn te liggen met de verlengde aanslagtermijnen.

De Administratie kan zonder voorafgaande kennisgeving onderzoeken verrichten gedurende het belastbare tijdperk en gedurende de relevante aanslagtermijnen. Enkel bij een vermoeden van fraude moet de Administratie een voorafgaande kennisgeving doen dat men de intentie heeft om de onderzoekstermijn te verlengen naar 10 jaar.

De bewaringstermijn voor alle boeken en bescheiden wordt ook opgetrokken van 7 naar 10 jaar, concreet moet dit bijgehouden worden tot het 10e jaar of boekjaar volgend op het belastbare tijdperk.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift door de belastingplichtige tegen een bijkomende aanslag van de fiscus wordt ook verlengd. Vroeger was deze termijn 6 maand te rekenen vanaf de 3e werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Deze termijn wordt nu verlengd naar 1 jaar.

Deze laatste termijn treedt in werking vanaf 01/01/2023, ongeacht over welk aanslagjaar men bezwaar indient.


Wenst u meer informatie?

Neem contact met ons via onderstaand formulier of boek een afspraak.
Boek meteen een afspraak!
Default contact

Benieuwd wat we voor jou kunnen betekenen?

Laat hier uw gegevens na.