U heeft wellicht de term vruchtgebruik al eens horen waaien. Deze benaming bestond al in het Romeinse recht en wordt op heden veelal vergeleken met het gebruik van een echte vrucht, zoals het plukken van een appel. Maar wat betekent dit nu concreet? Wanneer wordt deze term gebruikt en in welke context?
De officiële definitie van vruchtgebruik kunnen we terugvinden in het burgerlijk wetboek artikel 578: ‘Vruchtgebruik is het recht om van een zaak waarvan een ander de eigendom heeft, het genot te hebben, zoals de eigenaar zelf, maar onder verplichting om de zaak zelf in stand te houden.’
In mensentaal houdt dit in dat u het recht heeft om goederen die eigendom zijn van iemand anders, te gebruiken. Dit gebruik kan redelijk ruim omschreven worden. U mag niet enkel gebruiken, maar ook verbruiken, beheren en ervan genieten. De eigendom van het goed is en blijft eigendom van een andere persoon, deze wordt benoemd als naakte eigenaar of blote eigenaar.
Toepassingen voor het verkrijgen van vruchtgebruik
Er zijn een aantal verschillende manieren om vruchtgebruik te verkrijgen. Hieronder spitsen we ons toe op 2 situaties, namelijk overlijden en verkoop.
Bij overlijden
Een relatief gekend voorbeeld is het wettelijk vruchtgebruik van de langstlevende partner op de goederen van de overleden partner.
Stel bijvoorbeeld een koppel die gehuwd is onder het wettelijk stelsel en 2 kinderen heeft. Partner A sterft en er is geen huwelijkscontract of testament voorzien. Partner B zal het vruchtgebruik van de nalatenschap erven, de 2 kinderen erven samen de naakte eigendom van de nalatenschap.
In bovenstaand geval zou partner B in de gezinswoning mogen blijven wonen of indien gewenst deze verhuren en daarvan de huurinkomsten innen. Partner B zal echter nooit alleen kunnen beslissen om de woning te verkopen, gezien de kinderen juridisch eigenaar zijn. De kinderen zullen omgekeerd ook niet de mogelijkheid hebben om partner B uit het huis te zetten.
Bij verkoop
Naast de wettelijke overgang kan men er ook voor opteren het vruchtgebruik van een goed te verkopen. Er is soms een onmiddellijke verdeling bij aankoop tussen ouders en kinderen. In het kader van een bedrijfsleider komt het geregeld voor dat een vennootschap het vruchtgebruik van een onroerend goed verwerft en dat de naakte eigendom wordt aangekocht door de bedrijfsleider.
Dit kan een interessante constructie zijn omdat een groot deel van de aankoopkosten en verbeteringswerken op die manier door de vennootschap kunnen worden gedragen. Na een termijn van 20 à 30 jaar wordt het onroerend goed verworven door de bedrijfsleider. Bij de beëindiging van het vruchtgebruik dient wel nagezien te worden of er door de naakte eigenaar eventueel een vergoeding dient betaald te worden.
Beëindiging vruchtgebruik
Vruchtgebruik is altijd tijdelijk. Dit kan eindigen door het verlopen van de termijn of doordat de vruchtgebruiker sterft. In het geval van meerdere vruchtgebruikers, eindigt dit wanneer de laatste overlijdt. Van erven is hier geen sprake, de volledige eigendom gaat dan over naar de naakte eigenaar.
Bij rechtspersonen stopt het vruchtgebruik bij ontbinding van diezelfde rechtspersoon of door het verlopen van de termijn. Wettelijk kan dit vruchtgebruik niet langer dan 30 jaar blijven bestaan.